De wurggreep van schaamte

- Costiaan Mesu

I'm Tony Montana! You fuck with me, you fuckin' with the best!

- Al Pacino als Tony Montana in Scarface (1983)

 

Bovenstaand citaat komt uit de film Scarface. Deze film uit 1983 van Brian De Palma wordt door veel jongeren nog steeds gezien als een grote inspiratiebron. Met name in de huizen van gangsta-rappers en hun fans hangt deze poster steevast aan de muur. Waarom? Wat spreekt hen zo aan? Wat zien jeugdbendes uit de zwarte achterstandswijken van Amerika in deze anti-held? Wat maakt Tony Montana tot een rolmodel voor veel Marokkaanse jongeren in Nederland? Het magische woord is eer.

Montana komt als arme Cubaanse immigrant de Verenigde Staten binnen en werkt zich op tot absolute leider van een drugsimperium. Het enige waaraan hij dit te danken heeft is zijn eigen mentaliteit, zijn eergevoel: All I have in this world is my balls and my word and I don't break them for no one. Het eergevoel van Montana zorgt ervoor dat hij gevreesd wordt door zijn vijanden en vertrouwd door zijn vrienden. Zoals zoveel zaken is ook eer terug te voeren op een biologisch principe, namelijk the survival of the fittest. Het ligt in de menselijke natuur om boven zijn soortgenoten uit te willen stijgen. De mens wil excelleren. Overleven betekent beter zijn dan de rest. Vrouwen paren bij voorkeur met het sterkste, het beste mannetje. Het sterkste mannetje is ook beter in staat om zijn territorium te verdedigen tegen eventuele indringers. Deels zal het mannetje zijn terrein kunnen verdedigen door potentiële indringers af te schrikken, deels zal hij dit ook waar moeten kunnen maken.

Dit verdedigende mechanisme vormt de basis voor de oervorm van eer. Een vorm die veel voorkomt in herdersculturen. Het handhaven van de wet is hier traditioneel en geografisch gezien moeilijk. Daarom is het belangrijk dat men voor zichzelf opkomt. Als iemand uitstraalt dat er hij niet over zich heen laat lopen, zal niemand proberen zijn vrouw of zijn geiten te stelen. Gebeurt dat dan toch dan is geweld onvermijdelijk. Er bestaat een existentieel verband tussen mannelijkheid en deze vorm van eer. Voor mannen betekent eer in dit geval dat hun mannelijkheid niet geschonden mag worden, dat zij in mannelijkheid niet onder hoeven te doen voor andere mannen.

De mens is echter ook een sociaal dier. Het eigenbelang wordt gediend door het algemene belang te dienen. Bas Haring vergelijkt dit in zijn boek Kaas en de Evolutietheorie met het werken voor een bedrijf. Werk je daar voor jezelf? Of voor het bedrijf. Het antwoord is in eerste instantie natuurlijk voor jezelf, maar als het goed gaat met het bedrijf profiteer je daar als werknemer ook van. Het is dus vanuit puur eigenbelang belangrijk te zorgen dat het goed gaat met het bedrijf.

Vanuit de consensus dat het eigenbelang gediend wordt door het nastreven van gemeenschappelijke belangen is onder andere onze wetgeving ontstaan. Goed en kwaad volgens de wet, betekent eigenlijk dat iets een positief of negatief effect op de groep heeft. Eigenlijk zijn wetten afspraken over wat een individu wel of niet kan doen om een nuttig onderdeel uit te kunnen blijven maken van de sociale groep. Wetten dienen altijd het groepsbelang. Zo zorgt een verbod op doden er bijvoorbeeld voor dat de groep niet onnodig verzwakt wordt. Een verbod op stelen zorgt dat er minder energie verloren gaat aan het voorkomen van een (op groepsniveau improductieve) herverdeling van bezittingen.

Wetten zoals wij die nu kennen zijn er niet al vanaf het ontstaan van de mens. Het morele besef van wat goed en kwaad is wel. Het morele systeem wordt van oudsher dan ook niet gehandhaafd door wetten, maar door een erecode. Je steekt een vijand niet in de rug, je hebt geen seks met de vrouw van de buurman, je zorgt voor de zwakkeren in de groep, je verdedigt je stam tegen vijanden, etc. Deze wetten houden altijd zowel rechten als plichten voor het individu in. Je mag er namelijk ook op rekenen dat de stam het voor je opneemt, je kunt erop vertrouwen dat anderen van jouw eigendommen afblijven, etc. De waardering voor het handhaven van die morele wetten is eer.

Aristoteles spreekt in zijn Ethika over eer als beloning voor deugd. In Retorika heeft hij het over eer als teken van een reputatie dat men het goede doet. Later formuleert Hugo de Groot dit als: sulcks dat daer door beduit wert het goede ghevoelen dat anderen van ons hebben. Eer staat dus altijd in dialoog met de buitenwereld. Iemand ontleent zijn eer aan de wijze waarop de buitenwereld tegen die persoon aankijkt en de manier waarop die persoon tegen zichzelf aankijkt ten opzichte van de buitenwereld. Schopenhauer omschrijft dit heel letterlijk zo: Eer is de representant van onze waarde in de gedachten van anderen. Om een persoon van eer te kunnen zijn, is het belangrijk dat anderen dat van je vinden. Eervol gedrag is zichtbaar gedrag waar de omgeving mee kan instemmen en tegen opkijken. Er is pas sprake van eer als die instemming er daadwerkelijk is. Je kunt dus geen eervol persoon zijn als de sociale groep daar anders over denkt.

Dit gezegd hebbende lijkt het alsof eer volledig buiten onszelf ligt. Dat is niet het geval. Eer ligt in eerste instantie in onszelf. Wij voelen ons goed bij eervol gedrag omdat we iets doen waar anderen tegenop kunnen kijken. We verheffen ons als het ware een moment boven onze soortgenoten. Wij willen the fittest zijn. Dit toetsen wij aan de reacties van anderen of aan de ons bekende cultureel bepaalde waarden. Wie zich laat leiden door overwegingen van eer dient het algemene belang vanuit een zeker eigenbelang. Eer is iets wat anderen ons kunnen geven, maar wat wij nooit zelf kunnen nemen.

Eer is niet enkel iets dat valt te winnen, maar zeker ook iets dat verloren kan worden. Het begrip eer, staat in direct verband met het besef van schande en schaamte hiervoor. Het eerbegrip is sterk gerelateerd aan een schaamtecultuur, waarin het oordeel van anderen een belangrijke rol speelt. In een dergelijke cultuur is iemands persoonlijk eer van groot belang. Openlijk eerverlies is oorzaak van grote schaamte. Het is zaak om niets oneervols te doen en zeker om dit niet in de openbaarheid te laten komen. Een misstap die geheim blijft schaad alleen de persoon die deze heeft begaan, wordt deze echter bekend en niet weerlegt, dan schaadt deze de gemeenschap. Als een japanner bijvoorbeeld een misstap begaat worden daarmee de groep (zoals het bedrijf) of de familie (en dan vooral de voorvaderen) bezoedeld en dat is een ongelofelijk kwalijke zaak. Maar ook het in gebreke blijven is een schending van de eer. Als een japanner niet aan een verzoek kan voldoen, zal hij dit nooit ronduit toegeven. Als een japanner de weg niet weet, zal hij je deze toch proberen te wijzen. Iets niet weten of niet kunnen is een reden tot schaamte, een schending van de eer.

In ernstige gevallen van eerverlies gaat het herstellen hiervan in een schaamtecultuur met bloed gepaard. In Albanië bijvoorbeeld wordt officieus nog steeds de Kanun gehandhaafd. Deze oeroude erecode prevaleert hier nog vaak boven de officiële wetten van het land. De Albanese Kanun kent een duidelijk scheiding tussen de schending van iemands lichaam of materiele bezittingen en de schending van iemands ziel. De laatste categorie wordt het strengst bestraft. Schending van iemand lijf of bezit wordt doorgaans vergeld volgens het oog-om-oog tand-om-tand principe. Als het slachtoffer een vinger verliest, wordt de dader geacht ook een vinger te verliezen. Hier is in onze ogen wellicht nog sprake van een zeker logica. Schendingen van de ziel worden echter veel buitensporiger bestraft. Als ergste schendingen van de ziel worden beschouwd: het aanranden van vrouwen en het kwetsen van iemands eer. Beiden worden bestraft met de dood.

Vrouwen spelen overigens een interessante rol in het Albanese systeem. Zij vallen namelijk buiten de erecode. Het aanranden van een vrouw wordt niet beschouwd als een aantasting van haar eigen eer, maar van de eer haar man. Eer is in Albanië volledig voorbehouden aan mannen, vrouwen zijn enkel het object hiervan. Een vrouw die vreemd gaat, tast de eer van de man aan. Hiervoor moet zowel haar eigen bloed vloeien als dat van haar minnaar.

De bescherming van vrouwen ten gunste van de eer van de man gaat zo ver, dat iemand zich wel twee keer zal bedenken voordat hij een vrouw iets aandoet. Hierdoor komen situaties voor waarbij een familie het huis van een rivaliserende familie belegert, terwijl de vrouwen in het open veld hout aandragen om het huis in brand te steken. De vrouwen kunnen dit ongestoord en ongestraft doen. Hun vijanden kunnen hen niets kunnen aandoen, zonder de erecode op grove wijze te schenden.

In Nederland hoeven we niet naar gewelddadige maatregelen te grijpen om onze eer te beschermen. Hier is dat bij de wet geregeld. In het Nederlandse burgerlijk wetboek staan verscheidene artikelen die het schenden van iemands eer bestraffen met een maximale gevangenisstraf van twee jaar of een boete van 11250 euro. De lasteraar komt er in Nederland dan verhoudingsgewijs nog goed vanaf. Toch speelt eer ook hier nog een belangrijk rol in de samenleving.

Iemand met een economische achtergrond zal misschien opgemerkt hebben dat eer een aantal kenmerken deelt met betaalmiddelen en ruilmiddelen: Er is een bepaalde schaarste -omdat de ene persoon eervoller kan zijn dan de ander- en het is iets dat je krijgt van anderen als beloning voor specifiek gedrag, iets waar je zelf beter van wordt. Ik zou dan ook willen stellen dat eer een alternatief beloningsysteem vormt naast geld. Een beloningsysteem dat ondanks haar devaluatie in onze westerse maatschappij nog steeds functioneert. Waarom zou een kunstenaar kunnen blijven doen, wat hij of zij doet? Niet vanwege het geld. De beloning van de kunstenaar is eer. Eer van je werk, zoals het gezegde luidt. In ruil voor een bijdrage aan de maatschappij door middel van kunst, krijgt de kunstenaar maatschappelijke waardering en zelfrespect.

Ons begrip van eer is geworteld in verhalen over klassieke helden en het franse hof tijdens het ancièn regime. Wij weten dat de moslimcultuur een eercultuur is. Eer lijkt voor de westerse maatschappij misschien geen rol te spelen. Eergevoel is echter nog steeds één van de belangrijkste fundamenten van onze samenleving. Juist onder het kapitalisme is het belangrijk om een beloningssysteem te hebben naast geld. Eergevoel is hetgeen dat sporters, ondernemers, politici en kunstenaars drijft om te doen wat zij doen. Eergevoel is hetgeen dat jonge, werkeloze, kansloze jongeren in de achterbuurten van Amerika op de been houdt. Eer motiveerde mij om dit stukje te schrijven….

 

Utrecht, 13 september 2005

- Costiaan Mesu